Antonie Gerardus de Jong    English

Nederlandse schilder - 2e generatie Haagse School, later Nederlandse impressionist
1860-1932

 

 

de Jong Gallery

Achtergrond

de Jong Tijdgenoten

Artistieke scheiding

Rond 1870 'ontdekte' Jozef Israels, een van de prominente Haagse School-kunstenaars, de stad Laren. De verhuizing van Israƫl naar deze landelijke omgeving werd gevolgd door andere kunstenaars van de Haagse School, waaronder Anton Mauve, Albert Neuhuys en Jan Weissenbruch. Beschouwd als een onderdeel van de Haagse School, bleven de Larense kunstenaars hun werken verkopen via de Pulchri Studio.

Net als andere Haagse School-kunstenaars verhuisde de Jong naar Laren; zijn verhuizing leek echter onafhankelijk te zijn van zijn mentor, Willem Maris, aangezien Maris naar verluidt niet in Laren woonde.

Het was op dit punt in zijn leven dat De Jong zich afscheidde van andere Haagse School-kunstenaars. Volgens zijn dochter, Maria, integreerde De Jong als een "verlegen, gespannen en overgevoelig persoon" niet goed in de sociale scene van Laren's kunstenaarskolonie. Een andere overweging kan zijn geweest dat de Jong ongeveer 20 jaar jonger was dan de Larense kunstenaars.

Ondanks een gebrek aan maatschappelijke betrokkenheid met andere kunstenaars was Laren de inspiratie voor de landschapsschilderijen van De Jong.

In overeenstemming met de Haagse School was vooral de lucht belangrijk voor De Jong. Weissenbruch verklaarde: "Het licht en de lucht... dat is het belangrijkste probleem. Ik zou nooit genoeg licht in mijn schilderijen kunnen brengen. De lucht in een schilderij is een object op zich ... het belangrijkste en belangrijkste object van het schilderij."

De Larense lucht die De Jong schilderde, begon in een realistische toon, maar werd na verloop van tijd meer impressionistisch en zou dan zo kunnen worden omschreven wild.